3.2 Onderwijs en jeugd

Kapitaallasten

De kapitaallasten zijn lager geraamd in 2022 ten opzichte van 2021. In verband met de doordecentralisatie worden investeringen in onderwijshuisvesting gedaan door de opgerichte coöperaties van samenwerkende schoolbesturen. Daarnaast zijn de kapitaallasten van gesloopte panden komen te vervallen.

Bijdrage Onderwijscoöperaties

Hogere raming bijdrage aan onderwijscoöperaties.
De ingroei van het budget conform het raadsbesluit d.d. 19 maart 2019 vergt voor 2022 naar dat prijspeil € 513.000 extra;
De hogere indexatie van de vergoeding (accres gemeentefonds) dan de indexatie van het budget in de begroting (mix-index) is een extra kostenpost van € 162.000.

Taakstelling UPJO

Ten aanzien van de invulling van amendement 129A is in dit programma een incidentele taakstelling tot en met 2024 opgenomen van € 100.000. Dit ten laste van het Uitvoeringsprogramma Jeugd en Onderwijs (UPJO).
In de begroting 2021 was al een taakstelling opgenomen van € 50.000 op grond van dit amendement. Het verschil van € 50.000 lichten wij hier toe.

Regionale Aanpak Laaggeletterdheid

Het budget regionale aanpak laaggeletterdheid dat we krijgen via de algemene uitkering uit het gemeentefonds was incidenteel en budgetneutraal geraamd t/m 2021.
Het bedrag dat we via de algemene uitkering krijgen vanaf 2022 is nog niet bekend. Dus deze raming is vanaf 2022 nog niet opgenomen in de gemeentebegroting.

Investeringsfonds onderwijs

Op grond van het coalitieakkoord zijn tot en met 2022 extra middelen beschikbaar gesteld voor het investeringsfonds onderwijs (en economie). Conform deze eerdere besluitvorming leidt een lagere fasering in het budget ten opzichte van 2021 tot een voordelig financieel effect in 2022 (en 2023).

Verplaatsing Budget

Het budget voor beheer en exploitatie van sportaccommodaties wordt vanaf 2022 geraamd bij het programma Sport. Een deel van dit budget werd voorheen geraamd bij het programma Onderwijs. Dit deel wordt nu ook budgetneutraal geraamd bij Sport. (Bij het programma Sport 3.3.1 is daarom de tegengestelde beweging te zien.)

Indexering en doorbelasting

Dit betreft de indexering van (personele) lasten, formatie aanpassingen en de doorbelasting.

Wegwerken Corona-achterstanden

In het kader van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) krijgen wij een specifieke uitkering voor het wegwerken van Corona-achterstanden. Deze specifieke uitkering is incidenteel voor de schooljaren 2021-2022 en 2022-2023.
De raming van de lasten en van de bijdrage van het Rijk (die we krijgen voor 2022 en 2023) is budgetneutraal in deze begroting opgenomen.

Diverse specifieke uitkeringen

Hogere raming van de lasten en van de bijdrage van het Rijk in verband met de extra specifieke uitkeringen voor (volwassenen) Educatie, Onderwijs Achterstandenbeleid en Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Voorkomen Voortijdig Schoolverlaten.

Reserve vervangingsinvesteringen

Vanaf 1 januari 2019 zijn de middelen voor onderwijshuisvesting gedecentraliseerd naar de samenwerkende schoolbesturen. Elke 4 jaar stellen onderwijshuisvestingscoöperaties een investeringsplan op. Op basis van het huidige investeringsplan 2019-2022 verwachten we sloop van een aantal panden. Indien daar nog een boekwaarde resteert, boeken we die volledig af. Dit leidt tot een incidentele afboeking van de resterende boekwaarde.
De hiermee samenhangende lasten dekken we (conform raadsbesluit van 24 maart 2020) uit de reserve vervangings-investeringen.
Indien de sloop van een pand later plaatsvindt dan gepland, zal de afboeking van de boekwaarde mogelijk plaatsvinden in een volgend boekjaar.

Reserve vervangingsinvesteringen

De afboeking van boekwaarden (zoals hierboven toegelicht) heeft tot gevolg dat er de jaren na deze afboeking tot aan het einde van de oorspronkelijke afschrijvingstermijn een voordeel op de kapitaallasten ontstaat.
Dit voordeel storten we in deze jaren in de reserve vervangings-investeringen (zie raadsbesluit van 24 maart 2020).